Samenvatting: |
Deze opdracht hoort bij het thema ''Krachten der aarde'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. In deze opdrachten leer je over de opbouw van de aarde, inclusief de binnenkern, buitenkern, mantel en aardkorst. Het legt uit dat de aarde bestaat uit bewegende platen die zich verplaatsen door convectiestromen en dat er twee hoofdtypen platen zijn: continentale platen en oceanische platen. Het bewegen van deze platen leidt tot het ontstaan van plaatgrenzen, waarvan er drie typen zijn. Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen uit elkaar, waardoor mid-oceanische ruggen of horsten en slenken ontstaan. Bij convergente plaatgrenzen bewegen de platen naar elkaar toe, wat kan resulteren in de vorming van plooiingsgebergtes bij botsingen tussen continentale platen, en subductiezones bij botsingen tussen oceanische en continentale platen. Subductiezones gaan gepaard met fenomenen zoals aardbevingen, vulkanisme, troggen en tsunami's. Bij transforme plaatgrenzen schuiven platen horizontaal langs elkaar, wat aardbevingen kan veroorzaken als er voldoende spanning is opgebouwd. |