Samenvatting: |
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo voor leerjaar 1. Dit is tijdvak 1 met het onderwerp Langbouwsamenlevingen. Mensen hebben miljoenen jaren als jagers-verzamelaars geleefd. De landbouw ontwikkelde zich ongeveer 11.000 jaar geleden, waardoor mensen zich vestigden en voedsel gingen verbouwen. De overgang naar landbouw en veeteelt, bekend als de agrarische revolutie, had grote invloed op de geschiedenis. De eerste landbouwers leefden in het Midden-Oosten langs rivieren zoals de Eufraat, de Nijl en de Tigris, waar vruchtbare grond beschikbaar was. De overgang naar landbouwsamenlevingen verspreidde zich naar West-Europa rond 5000 v.Chr. Boeren bouwden permanente woningen en leefden het hele jaar door op dezelfde plek. Boerengemeenschappen hadden andere behoeften dan nomaden. Ze hadden beschutting en opslagruimte nodig voor landbouwopbrengsten. Veeteelt werd ook belangrijk. De eerste gehouden dieren waren wolven, schapen, geiten en varkens. Het houden van dieren bood voedsel, wol voor kleding en dieren konden nuttig werk doen en hun mest werd gebruikt voor de landbouw. Het gebruik van het wiel en de ploeg met runderen vergrootte de landbouwopbrengsten. In Nederland vond rond 5500 v.Chr. een omslag plaats, waarbij rondtrekkende jagers zich vestigden. Deze gemeenschappen ontwikkelden de Trechterbekercultuur, bekend vanwege hun aardewerk met aaneengesloten bandversieringen. De eerste boeren vestigden zich ruim 7000 jaar geleden in Zuid-Limburg en behoorden tot de Bandkeramische cultuur. Grafgiften wijzen op een geloof in het hiernamaals. |