Samenvatting: |
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo leerjaar 1. Dit is tijdvak 3 met het onderwerp: Verspreiding van de islam. De islam, met anderhalf miljard gelovigen, is een van 's werelds grootste religies. Het ontstond in de 7e eeuw in het Midden-Oosten en bracht eenheid onder verdeelde Arabische stammen. Mohammed, een succesvolle koopman uit Mekka, werd de profeet van de islam na een ontmoeting met de aartsengel Gabriël. Hij verspreidde Gods boodschap en schreef de Koran, waarin Allah als enige en almachtige God wordt aanbeden. Mohammed richtte de Oemma op, een wereldwijde moslimgemeenschap, om solidariteit te bevorderen en stammenoorlogen te beëindigen. De islam verspreidde zich met militaire macht en veroverde grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en zelfs het Iberisch schiereiland. In 622 vluchtte Mohammed naar Medina, waar hij bondgenootschappen sloot en een jihad tegen Mekka begon. Na zijn dood ontstond er onenigheid over zijn opvolging tussen de soennieten en sjiieten, wat resulteerde in een doorlopende strijd. De kaliefen breidden het Arabische rijk uit, maar werden uiteindelijk gestopt bij Poitiers in 732 door Karel Martel en de Franken. |