Samenvatting: |
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo-b34. Dit thema heet een dier in huis en bevat 4 onderwerpen. Het eerste onderwerp is skelet en bewegen, hierbij leer je wat de functie is van je inwendige en uitwendige skelet en kan je aangeven of een dier een inwendig of uitwendig skelet heeft. Je kan ook twee voorbeelden geven van dieren die geen skelet hebben (holtedieren, wormen en eencelligen) en uitleggen hoe deze dieren aan hun stevigheid komen. Ook kan je aan de bouw van de poten zien of een dier een teenganger, hoefganger of een zoolganger is. Het tweede onderwerp is ademhaling bij dieren, hierbij leer je welke organen organismen gebruiken om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven. Bij eencellige is dat via het celmembraan, bij sponzen, holtedieren en wormen via huidademhaling, bij insecten zijn dit tracheeën, bij vissen kieuwen, bij amfibieën zijn het longen, kieuwen en de huid en bij reptielen, vogels en zoogdieren de longen. Ook leer je wat de ademhaling, verbranding en de fotosynthese met elkaar te maken hebben. Het derde onderwerp is kijken, hierbij leer je de onderdelen van het oog (hoornvlies, lens, pupil, iris, straalvormig lichaam, oogspier, harde oogvlies, vaatvlies, netvlies, glasachtig lichaam, gele vlek, blinde vlek en oogzenuw) aan te wijzen in een afbeelding en de functie(s) te beschrijven. Je weet ook wat de werking van het oog is en hoe het oog word beschermd tegen vuil. Het vierde onderwerp is voortplanting bij dieren, hierbij leer je wat het verschil is tussen inwendige en uitwendige voortplanting en kan je aangeven welke groepen dieren eieren leggen. |